Dat concluderen Leendert van den Blink en Lou Traas in een dinsdag vrij
gegeven onderzoek, dat ze in opdracht van de Ondernemingskamer van het
gerechtshof van Amsterdam hebben verricht.
Volgens Stork stellen de onderzoekers ten onrechte dat de onderneming een
advies om een onafhankelijke bemiddelaar aan te stellen in de wind heeft
geslagen.
De raadsman van het industrieel concern gaf dinsdag aan dat belanghebbenden,
zoals Centaurus en Paulson, twee maanden de tijd hebben om de
Ondernemingskamer te verzoeken wanbeleid vast te stellen. "Als niemand
dat doet, is de zaak klaar", aldus de advocaat.
De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) stelde in een reactie dat het
onderzoeksverslag in zijn huidige vorm niet beantwoordt aan de
onderzoeksvraag van de Ondernemingskamer en onvoldoende basis vormt voor de
conclusie van wanbeleid in een mogelijke vervolgprocedure.
Grootaandeelhouders Centaurus en Paulson, die samen een derde van de
aandelen Stork in handen hebben, wilden dat Stork zich uitsluitend zou
richten op de luchtvaartactiviteiten en dat de overige divisies werden
verkocht.
Stork zag hier niets in en wilde verder met de zogenoemde 'drie pilaren
strategie', waarbij het bedrijf naast luchtvaart actief zou zijn op het
gebied van technische dienstverlening en de ontwikkeling van machines voor
de vleesverwerkende industrie.
Volgens de onderzoekers heeft Stork te halsstarrig vastgehouden aan de
'drie pilaren strategie' en werd een onderzoek naar een eventuele
beëindiging van de beursnotering te "lichtvaardig" genomen.
Een bemiddelaar had Centaurus en Paulson duidelijk kunnen maken dat zij onder
het Nederlandse vennootschapsrecht nooit hun zin hadden kunnen doordrijven,
aldus de onderzoekers.
Tegelijkertijd had een bemiddelaar Stork er op kunnen wijzen dat niet
argumenten, maar de stemverhoudingen in aandeelhoudersvergaderingen de
uitkomst van een conflict bepalen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl